HOBBY
Nos meilleures pages sur ce thème - Sélectionnées par notre équipe.
1
Adjectifs possessifs-néerlandais [Test]vrije tijd in een hobby. 5. Ze hebben. haar, hun, je, zijn. hele kapitaal gebruikt om een boot te kopen. 6. Ze stond op en droogde ...
2
Complément du nom - génitif-néerlandais [Test]De hobby van Jasper is alles over dinosaurussen verzamelen. 10. Ver van de beschaving bouwden de ouders van Sabine hun huis. ...
3
Famille Janssens (2)-néerlandais [Test]Wat is de hobby van Cindy ? Hij is 9 jaar oud, Hij is bediende, Hij speelt bij de voetbalclub van zijn school, Hij speelt op woensdag tegen andere ploegen ...
4
Nom - pluriel-néerlandais [Test]De (hobby) van Tom zijn fietsen en zwemmen. 6. Op de schoorsteenmantel stonden twee (kandelaar) 7. en in elk brandden vier rode (kaars) ...
5
Synonymes-néerlandais [Test]café, gemakkelijke, gewoonlijk, hobby, kansel, order, steken, vervelend, voorbereiden, vrienden. 2. In een kroeg. café, gemakkelijke, gewoonlijk, hobby ...