> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Relatives [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Propositions subordonnées relatives (1) - Propositions subordonnées conjonctives - Propositions subordonnées relatives (4) - Propositions subordonnées relatives (3) - Pronoms relatifs - Propositions subordonnées relatives (2) - Pronoms relatifs - Pronoms relatifs
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Pronoms relatifs

Ajoutez le pronom relatif qui convient.

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Pronoms relatifs" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. De Lievevrouwekerk, datwiedieJe ne sais pas de grootste kerk van België en Nederland is, heeft een toren van 123 meter.

2. Het nieuwe gedeelte van de stad, diewiedatJe ne sais pas zeer ruime straten heeft, is veel mooier.

3. diedatwieJe ne sais pas in Brussel komt bezoekt zeker de Grote Markt.

4. Ken je de jongen wiemet wiedieJe ne sais pas ik stond te praten ?

5. Een prachtig gebouw is de kerk, waarmeewaaroverwaarinJe ne sais pas veel schilderijen te zien zijn.

6. Het museum, waaroverdatdieJe ne sais pas een bezoek waard is, is niet zeer groot.

7. Antwerpen ligt aan de rechteroever van de Schelde diedatwieJe ne sais pas hier 350 meter breed is.

8. Een boek, waarvandatdieJe ne sais pas ik hou is 'De reis om de wereld in tachtig dagen'.

9. De vulpen, met wiewaarmeemet welkeJe ne sais pas hij schrijft, heeft zeker veel geld gekost.

10. De stoel, op wieop welkewaaropJe ne sais pas ik nu zit, vind ik niet gemakkelijk.