> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Relatives [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Propositions subordonnées relatives (1) - Propositions subordonnées conjonctives - Propositions subordonnées relatives (4) - Propositions subordonnées relatives (3) - Pronoms relatifs - Propositions subordonnées relatives (2) - Pronoms relatifs - Pronoms relatifs
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Pronoms relatifs

Ajoutez le pronom relatif qui convient en sachant que DIE et DAT peuvent être utilisés plusieurs fois dans les phrases suivantes.

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Pronoms relatifs" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. De weg datdiewaarinwaarnawaaropwaarvan Je ne sais pas ze nu volgden was één auto breed.

2. Ze reden langs het station van Puurs, datdiewaarinwaarnawaaropwaarvan Je ne sais pas de weg naar links draaide.

3. De bank datdiewaarinwaarnawaaropwaarvan Je ne sais pas ze zit is niet comfortabel.

4. Haar kinderkleren lagen in een koffer datdiewaarinwaarnawaaropwaarvan Je ne sais pas zich ook oud speelgoed bevond

5. De kamer heeft vier smalle vensters, datdiewaarinwaarnawaaropwaarvan Je ne sais pas bovenaan halfrond zijn.

6. 'Twee kilometer ':stond er op het bord datdiewaarinwaarnawaaropwaarvan Je ne sais pas het meisje gezien had.

7. Hij dacht aan het witte poeder datdiewaarinwaarnawaaropwaarvan Je ne sais pas gevallen was

8. en datdiewaarinwaarnawaaropwaarvan Je ne sais pas niets meer te zien was.

9. Die blouse is van mijn dochter, datdiewaarinwaarnawaaropwaarvan Je ne sais pas in Parijs woont.

10. Hij kijkt niet naar het meisje datdiewaarinwaarnawaaropwaarvan Je ne sais pas naast hem staat.