> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Subordonnées [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Propositions subordonnées relatives (1) - Propositions subordonnées conjonctives - Proposition infinitive - Subordonnée - Propositions subordonnées relatives (2) - Propositions subordonnées - Conjonctions de subordination - Pronoms relatifs
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Propositions subordonnées

Voici quelques phrases qu'il vous faut reconstruire.

Soyez attentifs à la place de chaque mot.

L'exercice n'est pas difficile à condition de réfléchir un peu.

Intermédiaire Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Propositions subordonnées" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

Mode d'emploi : cliquez sur chaque terme pour reconstituer la phrase. Cliquez sur les boîtes pour recommencer.

1.

haat

ze

heeft

ze

die

Van

meest.

het

alle

vakken

fysica

2.

maand

hij

gaan.

In

in

gaat

hij

zou

werken,

op

juli

opdat

augustus

kunnen

een

reis

3.

van

bessen

is

zwarte

gemaakt.

Cassis

is

priklimonade

die

4.

veel

bij

had

alle

hij

wie

van

kinderen,

hij

Nu

hield,

zich.

5.

praten,

stonden

bagage

uit

de

te

drie

kruier

de

terwijl

kinderen

De

de

goederenwagen

haalde.

6.

zijn

hij

weg

Opeens

zus

was.

dat

merkte

7.

zult

hem

aardig

je

niet.

best

doen,

vindt

Je

of

of

je

8.

dan

met

lotto

Al

meer

dat

speelt,

anderen.

wie

om

de

winnen

heeft

kans

hij

te

de

denkt

9.

lawaai

loopt

bij

dag

moet

elke

worden.

te

wel

gevaar

doof

werken,

groot

te

Wie

10.

de

huis

garage.

verbouwd

Toen

werd,

ons

we

bivakkeerden

in