> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Abréviations [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Abréviations - Abréviations
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Abréviations

Ecrivez en abrégé le mot mis entre parenthèses.

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Abréviations" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Neem je boek, (bladzijde) 21.

2. De firma wordt bestuurd door de (gebroeders) Snoeck.

3. Kunt u mij de weg wijzen naar Rotterdam, (alstublieft).

4. Ik zal de vergadering (in verband met) het jaarverslag bijwonen.

5. Die vergadering zal donderdag (eerstkomende) plaats hebben.

6. Peter komt (als het ware) als een sneltrein aangelopen.

7. Hier leest u de voorwaarden, de nadelen, de voordelen (enzovoort) over dit product.

8. Jan heeft vanmorgen vijf (kilometer) gefietst.

9. Kom je dinsdag (aanstaande) ?

10. Hij zoekt een naald in een hooiberg, (dat wil zeggen) : hij zal het toch niet vinden.