> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Adjectifs [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Adjectif qualificatif-accord-règles - Adjectif qualificatif-accord - Adjectif employé comme nom - Adjectif qualificatif-accord-règles particulières - Adjectif numéraux-règles particulières - Adjectif qualificatif-invariable - Adjectif qualificatif-ordre des épithètes - Adjectif qualificatif et son complément
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Adjectifs avec 'loos'

DE   BIJVOEGLIJKE   NAAMWOORDEN   MET  

Deze wolf is bijna  ademloos, niet waar?

         Il est possible de former un adjectif avec un suffixe tel que 'zaam', 'baar' ou 'loos'.

Exemples.

leerzaam = instructif - dankbaar = reconnaissant - hopeloos = désespéré

        Ce test a pour thème les adjectifs terminés pas le suffixe 'loos' qui est un suffixe privatif; en fait 'loos' = 'sans'.

De adem = Le souffle donc adem + loos = ademloos ==> sans souffle ==> essoufflé.

 Pour chaque phrase, à vous de faire le bon choix dans le menu déroulant.

Bonne chance à vous !

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Adjectifs avec 'loos'" créé par ilona2 avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de ilona2]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. De stranden van de Waddeneilanden lijken (sans limites) daklooseindeloosfoutloosgevoellooskinderloosliefdeloosmoedeloosradeloosvreugdelooszinloos Je ne sais pas.

2. Martijn heeft complimenten gekregen omdat zijn huiswerk (sans faute) daklooseindeloosfoutloosgevoellooskinderloosliefdeloosmoedeloosradeloosvreugdelooszinloos Je ne sais pas was.

3. Deze arme vrouw heeft helemaal geen inkomen en zij is (sans abri) daklooseindeloosfoutloosgevoellooskinderloosliefdeloosmoedeloosradeloosvreugdelooszinloos Je ne sais pas.

4. Het is (inutile) daklooseindeloosfoutloosgevoellooskinderloosliefdeloosmoedeloosradeloosvreugdelooszinloos Je ne sais pas om met je te praten want je luistert toch niet.

5. Ik ben (découragé) daklooseindeloosfoutloosgevoellooskinderloosliefdeloosmoedeloosradeloosvreugdelooszinloos Je ne sais pas want ik kan geen werk vinden.

6. Marieke heeft haar hondje verloren en zij is (bouleversée) daklooseindeloosfoutloosgevoellooskinderloosliefdeloosmoedeloosradeloosvreugdelooszinloos Je ne sais pas.

7. Ik merk dat hij (insensible) daklooseindeloosfoutloosgevoellooskinderloosliefdeloosmoedeloosradeloosvreugdelooszinloos Je ne sais pas geworden is voor andermans verdriet.

8. Mijn zoon en zijn vrouw zullen helaas (sans enfant) daklooseindeloosfoutloosgevoellooskinderloosliefdeloosmoedeloosradeloosvreugdelooszinloos Je ne sais pas blijven.

9. Veel mensen leiden een (sans joie) daklooseindeloosfoutloosgevoellooskinderloosliefdeloosmoedeloosradeloosvreugdelooszinloos Je ne sais pas leven.

10. Ik moet er niet aan denken om een (sans amour) daklooseindeloosfoutloosgevoellooskinderloosliefdeloosmoedeloosradeloosvreugdelooszinloos Je ne sais pas leven te leiden.