> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Possession [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Adjectifs possessifs - Pronoms possessifs - Pronoms personnels (jij, jou)et adjectif possessif (jouw) - Complément du nom-génitif - Adjectifs possessifs - Adjectifs possessifs (Les) - Adjectifs possessifs - Complément du nom-génitif
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Adjectifs possessifs

Complétez par haar ou zijn.

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Adjectifs possessifs" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Hij zei tegen Julia dat hij haarzijn Je ne sais pas Kerstkaart de mooiste vond.

2. De hond zit naast Cindy en legt haarzijn Je ne sais pas kop op haar knie.

3. Nonchalant gooide zij haarzijn Je ne sais pas jas op de bank.

4. Maria maakte een onverwachte beweging en viel van haarzijn Je ne sais pas fiets.

5. De familie kan haarzijn Je ne sais pas tent hier opzetten.

6. Bert is niet tevreden : haarzijn Je ne sais pas fiets is weer kapot.

7. Vader zet haarzijn Je ne sais pas hoed op.

8. Julia trekt haarzijn Je ne sais pas jas aan.

9. Het meisje neemt haarzijn Je ne sais pas popje.

10. Veronica is blij : haarzijn Je ne sais pas schoolwerk is gedaan en ze mag gaan spelen.