> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Relatives [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Propositions subordonnées relatives (1) - Propositions subordonnées conjonctives - Propositions subordonnées relatives (4) - Propositions subordonnées relatives (3) - Pronoms relatifs - Propositions subordonnées relatives (2) - Pronoms relatifs - Pronoms relatifs
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Adverbes pronominaux

Remplacez les mots entre parenthèses par un adverbe pronominal. Ecrivez toute la phrase.

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Adverbes pronominaux" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. In de winter zullen ze (naar de bergen) gaan.

2. Ik heb vandaag niet (naar de televisie) gekeken.

3. Dat land bereidt zich weer voor (op oorlog) .

4. (Met de laser)
heeft men reeds ongelooflijke résultaten bereikt.

5. Heb je al (aan ons probleem) gedacht ?

6. Luc heeft mij gezegd dat hij zich (over zijn nieuwe promotie)
verheugt.

7. De studenten zullen waarschijnlijk niet (voor hun examen)
slagen.

8. We moeten rekening houden (met wat vertraging) .

9. Mijn wagen werd gisteren (door een ongeval) beschadigd.

10. Ik ben nog niet goed op de hoogte (van zijn project) .