> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Auxiliaires [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Présent-avoir et être - Auxiliaires : hebben ou zijn? - Auxiliaires de mode (1) - Auxiliaires de mode - Auxiliaires de mode (2) - Auxiliaires de mode (3) - Zijn/Hebben - Verbe avoir (tous les temps)
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Auxiliaires de mode

Complétez les phrases avec l'auxiliaire de mode qui convient, en le conjuguant au temps indiqué.

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Auxiliaires de mode" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Mijn moeder (présent) handig kleren naaien.


2. Zijn leraar zegt dat hij de hoofdletters in kleine letters (présent) veranderen.


3. (présent) je op de hoogte van het nieuws blijven,

4. dan (présent) je de krant lezen.


5. Als we komen eten, (présent) je geen poespas te maken.


6. Ik (imparfait) goed overweg met al mijn leraren.


7. Iedereen (imparfait) thuis meehelpen in het huishouden.


8. Mijn fiets is kapot. (présent) ik die van jou gebruiken ?


9. De directeur (présent) nog een krant kopen.


10. We hebben straks bezoek. (présent) je een paar boodschappen doen ?