> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Auxiliaires [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Présent-avoir et être - Auxiliaires : hebben ou zijn? - Auxiliaires de mode (1) - Auxiliaires de mode - Auxiliaires de mode (2) - Auxiliaires de mode (3) - Zijn/Hebben - Verbe avoir (tous les temps)
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Auxiliaires de mode

Quel auxiliaire convient le mieux? Attention, le choix est déterminé par le sens de la réponse ou du restant de la phrase !

Intermédiaire Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Auxiliaires de mode" créé par anonyme avec le générateur de tests - créez votre propre test !
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. KanMoetZalJe ne sais pas je rijden? Natuurlijk, ik ben een goede chauffeur.

2. MoetMagWilJe ne sais pas Jeroen rijden? Nee, Hij heeft geen zin om te rijden.

3. MoetMagKanJe ne sais pas je met de auto gaan vandaag? Ja, de treinen rijden niet vanwege de staking.

4. MoetMagZalJe ne sais pas je hier doorrijden ? Nee, daar staat een stopbord.

5. ZullenMoetenMogenJe ne sais pas we met de auto gaan? Ja, dat is een goede idee.

6. WilKanMoetJe ne sais pas je iets eten? Nee, ik heb buikpijn.

7. MagZalWilJe ne sais pas ik mijn broodje eten? Nee, dan maak je de tafel vuil.

8. Als je sport, MoetWilKanJe ne sais pas je een beetje eten anders heb je geen energie.

9. WillenZullenMoetenJe ne sais pas we naar de pizzeria gaan? Zeker! Ik heb geen zin (om te koken.

10. MagKanMoetJe ne sais pas je dit weekend uitgaan? Nee, mijn ouders hebben me gestraft.