Retourner à l'exercice
Exercice "Néerlandais = français (26)", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 212 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 59.5% (11.9 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : gwendoline1 / FRANCE, le dimanche 13 octobre à 14:54:
"dank u!!!"
40.1% ont eu moins de la moyenne.
59.9% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 212 candidats
Question 1 réussie à 53.3 %
De leraar geeft zijn kritiek in de vorm van een *.
Question 2 réussie à 63.2 %
Mijn hond is een grote en sterke *.
Question 3 réussie à 68.9 %
De * is één van de sociale klassen waarvan het inkomen bestaat uit de winst uit commerciële en industriële ondernemingen.
Question 4 réussie à 55.2 %
Veel mannen dragen geen * meer, ze dragen liever een riem.
Question 5 réussie à 50.5 %
Voor dat recept heb ik * nodig.
Question 6 réussie à 48.1 %
Met veel * hield hij een toespraak voor het parlement.
Question 7 réussie à 84.4 %
Een bromfiets heeft een * nodig om te starten.
Question 8 réussie à 51.9 %
Op een bloes of een trui is een * heel elegant.
Question 9 réussie à 57.5 %
's Avonds wandel ik graag op de grote * van onze mooie stad.
Question 10 réussie à 45.3 %
Winkels die ongeveer dezelfde artikelen verkopen, horen bij dezelfde *.
Retourner à l'exercice : Néerlandais = français (26)
Autres exercices pour apprendre le néerlandais
