Retourner à l'exercice
Exercice "Diminutifs", créé par anonyme (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 180 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 66% (13.2 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : jpr / BELGIQUE, le dimanche 10 novembre à 10:55:
"Très bien !"
23.4% ont eu moins de la moyenne.
76.6% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 63 candidats
Question 1 réussie à 44.4 %
Ik zal je een (geheim) * vertellen.
Question 2 réussie à 41.3 %
Gisteren heb ik een (jongen) * ontmoet.
Question 3 réussie à 52.4 %
Hij had een (Valentijnskaart) * in zijn hand.
Question 4 réussie à 28.6 %
Hij zag er dolblij uit, hij keek naar het (tekening) * die zijn liefje op het karton had getoverd.
Question 5 réussie à 60.3 %
Toen hij zag dat ik naar hem keek heeft hij het vlug in zijn (tas) * gestopt.
Question 6 réussie à 46 %
Ik dacht een (poos) * na en vroeg hem of ik hem had gestoord.
Question 7 réussie à 58.7 %
Hij keek me niet eens aan en liep vlug weg, waarschijnlijk was hij te laat voor een (eten) * met zijn schatje, dacht ik!
Question 8 réussie à 66.7 %
Ik volgde hem in het (straat) *, ik wou er meer over weten.
Question 9 réussie à 41.3 %
Hij stopte naast het (dorpskerk) * en keek hoe laat het was op zijn uurwerk
Question 10 réussie à 54 %
Ineens kwam een meisje naar de jongen. En toen herkende ik haar... het was mijn (dochter) * !
Retourner à l'exercice : Diminutifs
Autres exercices pour apprendre le néerlandais