Retourner à l'exercice
Exercice "Comparatifs de supériorité", créé par ilona2 (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 3 095 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 63% (12.6 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : rejane / BELGIQUE, le mercredi 22 janvier à 22:30:
"❤️"
29.3% ont eu moins de la moyenne.
70.8% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 3095 candidats
Question 1 réussie à 60.1 %
Rond Kerst waren de oesters (duur) * dan het afgelopen jaar.
Question 2 réussie à 77.8 %
Je zou (vroeg) * naar bed moeten gaan.
Question 3 réussie à 59 %
Broodjes zijn (goed) * van een bakkerij dan uit de muur.
Question 4 réussie à 64.2 %
Rijden is (gevaarlijk) * met een oude auto.
Question 5 réussie à 63.8 %
Groningen is (ver) * van Parijs dan Valkenburg.
Question 6 réussie à 63.7 %
Ik dacht dat deze zaak (ingewikkeld) * was.
Question 7 réussie à 76.4 %
Je vader ziet er (jong) * uit dan zijn vrouw.
Question 8 réussie à 45.8 %
Het is lichamelijk (zwaar) * om in een fabriek dan in het onderwijs te werken.
Question 9 réussie à 43.9 %
Vergeleken met andere EU-landen, is Nederland (weinig) * vergrijsd.
Question 10 réussie à 54.2 %
Ik ga (graag) * naar het theater dan naar de bioscoop.
Retourner à l'exercice : Comparatifs de supériorité
Autres exercices pour apprendre le néerlandais
