Retourner à l'exercice
Exercice "Contraires - antonymes", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 2 898 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 72.5% (14.5 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : isasza / FRANCE, le mercredi 14 septembre à 10:56:
"❤️"
19% ont eu moins de la moyenne.
81% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 2274 candidats
Question 1 réussie à 85.4 %
De vloer is niet droog hij is *.
Question 2 réussie à 83.5 %
De jongeren zijn niet rijk ze zijn *.
Question 3 réussie à 73.1 %
Die bleke man blijkt niet gezond te zijn, hij is waarschijnlijk *.
Question 4 réussie à 63.6 %
Ik ben niet gelukkig met mijn slechte uitslag, ik ben eerder *
Question 5 réussie à 84.9 %
Mijn grootvader is niet jong, hij is heel *.
Question 6 réussie à 80.2 %
Die worstelaar is niet dun, hij is *.
Question 7 réussie à 78.4 %
Mijn vader is niet dom, hij is *.
Question 8 réussie à 72.1 %
Die filmactrice is niet lelijk, ze is *.
Question 9 réussie à 54.3 %
Een ezel is zelden gewillig, hij is *.
Question 10 réussie à 74 %
Dat biertje is niet slecht, het is *.
Question 11 réussie à 58.1 %
Grieks is niet gemakkelijk, het is *.
Question 12 réussie à 82.9 %
Het water is niet warm, het is *.
Question 13 réussie à 57.6 %
De schildpad loopt niet snel, ze gaat * vooruit.
Question 14 réussie à 78.6 %
Die reus is niet klein, hij is *.
Question 15 réussie à 71.5 %
Pluimen zijn niet zwaar, ze zijn *.
Retourner à l'exercice : Contraires - antonymes
Autres exercices pour apprendre le néerlandais