Retourner à l'exercice
Exercice "Formation des mots (1)", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 5 056 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 36.5% (7.3 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : jfilipe / BELGIQUE, le samedi 05 janvier à 16:19:
"La pratique qui fait le maître .Als er een fout is opgetreden, zal u het opnieuw proberen."
68.5% ont eu moins de la moyenne.
31.5% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 4263 candidats
Question 1 réussie à 20.4 %
Met een (de bediening + de afstand)* kan je een televisie van op een afstand bedienen.
Question 2 réussie à 16.6 %
De (het lood + de pot + de kleur)* op school zijn voor algemeen gebruik.
Question 3 réussie à 36.7 %
Postzegels haalt u uit een (de automaat + de zegel + de post)*.
Question 4 réussie à 46 %
Een (het werk + de aarde)* is een speciale klei die in een oven wordt gebakken.
Question 5 réussie à 16.7 %
De (de agent + de politie)* begeleiden de auto van de koningin.
Question 6 réussie à 53.5 %
De grote (de boom + de kerst)* op het plein is mooi.
Question 7 réussie à 24.7 %
Als een (het deel + het lichaam)* bloedt, komen er druppels bloed uit.
Question 8 réussie à 41.8 %
Het (het comité + de ontvangst)* heette de bezoekers welkom.
Question 9 réussie à 43.5 %
Hij volgt een cursus (de geschiedenis + de kunst)* op de Universiteit.
Question 10 réussie à 13.1 %
De (de school + het dorp)* telt 25 leerlingen.
Retourner à l'exercice : Formation des mots (1)
Autres exercices pour apprendre le néerlandais
