Retourner à l'exercice
Exercice "Pronoms relatifs", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 567 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 53.5% (10.7 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : jpr / BELGIQUE, le vendredi 06 janvier à 14:33:
"Goed !"
39.2% ont eu moins de la moyenne.
60.9% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 453 candidats
Question 1 réussie à 78.4 %
Ik zoek honden * snel kunnen lopen.
Question 2 réussie à 64.2 %
De jonge dame aan * je een cadeautje gedaan hebt, is naar Amsterdam vertrokken.
Question 3 réussie à 71.3 %
Het paard, * de wedstrijd gewonnen had, was veel geld waard.
Question 4 réussie à 41.7 %
Hij zegt dat ik ziek ben, * onjuist is.
Question 5 réussie à 53 %
Is dat de bediende over * je sprak ?
Question 6 réussie à 44.6 %
Jantje, * gevallen was, huilde in mamma's armen.
Question 7 réussie à 42.8 %
Al * ik wil zeggen, is dat het te duur is.
Question 8 réussie à 57.6 %
Het jongetje, * in de klas vooraan zit, is de vriend van Peter
Question 9 réussie à 15.5 %
Dat is het mooiste * ik ooit zag.
Question 10 réussie à 66.2 %
Was dat de jongen * de eerste prijs behaalde ?
Retourner à l'exercice : Pronoms relatifs
Autres exercices pour apprendre le néerlandais
