Retourner à l'exercice
Exercice "Pronoms relatifs", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 1 090 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 77.5% (15.5 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : kevinalacochone / BELGIQUE, le vendredi 13 janvier à 14:12:
""
5.2% ont eu moins de la moyenne.
94.8% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 1090 candidats
Question 1 réussie à 59.9 %
Ik zou graag willen wonen in een brede laan * aan een kant niet bebouwd is.
Question 2 réussie à 69.6 %
De leerling geeft een antwoord * niet juist is.
Question 3 réussie à 64.6 %
Een hond * blaft is niet altijd gevaarlijk.
Question 4 réussie à 92.2 %
Het meubel * hij gekocht heeft is niet in goede staat.
Question 5 réussie à 90.2 %
Het kind * je hoort huilen is het broertje van Mia.
Question 6 réussie à 73.7 %
De koelkast * we besteld hebben, is duur.
Question 7 réussie à 92 %
Het bier * we drinken is te warm.
Question 8 réussie à 60.4 %
Mia draagt een grote schaal * vol met koekjes getast is.
Question 9 réussie à 57.4 %
's Morgens eten we lekkere broodjes * door moeder gebakken zijn.
Question 10 réussie à 91 %
Petra heeft het bed * je hier ziet in Amsterdam gekocht.
Retourner à l'exercice : Pronoms relatifs
Autres exercices pour apprendre le néerlandais