Retourner à l'exercice
Exercice "Pronoms relatifs", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 1 114 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 44.5% (8.9 / 20) Partager
Aucun membre connecté au club n'a laissé un message après avoir fait un sans faute, pour le moment !
56.2% ont eu moins de la moyenne.
43.8% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 1111 candidats
Question 1 réussie à 66.6 %
Ik ken de jongen * je spreekt. (met)
Question 2 réussie à 44.2 %
Het boek * Harry Potter de held is, heb ik niet gelezen. (van)
Question 3 réussie à 21.2 %
Ik heb niet gehoord * de directeur praat. (over)
Question 4 réussie à 38.6 %
De auto * ik naar Ruisbroek moet gaan is in goede staat. (met)
Question 5 réussie à 43.3 %
De fiets * je rijdt is van mijn broer. (op)
Question 6 réussie à 40.9 %
De vakantie * we dromen kost te veel voor ons. (over)
Question 7 réussie à 34 %
De bedienden * je rekent, komen morgen om je te helpen. (op)
Question 8 réussie à 49.8 %
De secretaresse * je ruzie maakt, is toch een vriendelijke persoon. (met)
Question 9 réussie à 33.1 %
De bediende * je het hebt, zal nu voor een andere dienst gaan werken. (over)
Question 10 réussie à 30.9 %
De documenten * je zo lang hebt gezocht, zijn zeker bij de directeur. (naar)
Retourner à l'exercice : Pronoms relatifs
Autres exercices pour apprendre le néerlandais
