Apprendre le néerlandais > Leçons & Exercices de néerlandais > Pronoms relatifs > Statistiques mises à jour toutes les 4h
Retourner à l'exercice

Exercice "Pronoms relatifs", créé par anonyme (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 671 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 41.5% (8.3 / 20) Partager

Dernier membre à avoir fait un sans faute : jpr / BELGIQUE, le dimanche 20 novembre à 11:13:
"Goed !"
69.5% ont eu moins de la moyenne.
30.6% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test


Statistiques questions sur 62 candidats
Question 1 réussie à 67.7 %
Het boek * ik gekocht heb, was duur.

Question 2 réussie à 61.3 %
De bestuurder * bij het ongeval betrokken was, was dronken.

Question 3 réussie à 14.5 %
Hij was verliefd op de vrouw * hij voortdurend keek.

Question 4 réussie à 19.4 %
Het speelgoed * ze dol was, is nu kapot.

Question 5 réussie à 53.2 %
De snelheidsduivel * door de politie gecontroleerd werd, reed met een snelheid van 180 kilometer per uur.

Question 6 réussie à 14.5 %
Zijn dat de films * zij zo graag kijkt?

Question 7 réussie à 17.7 %
Hij is de man * ze alles vertelde.

Question 8 réussie à 30.6 %
Dit is de stad * hij vandaan komt.

Question 9 réussie à 21 %
Dit is het appartement * wij vroeger woonden.

Question 10 réussie à 19.4 %
Hij denkt weer aan het dorp waar hij vorig jaar * gegaan is.


Retourner à l'exercice : Pronoms relatifs

Autres exercices pour apprendre le néerlandais