Apprendre le néerlandais > Leçons & Exercices de néerlandais > Pronoms relatifs > Statistiques mises à jour toutes les 4h
Retourner à l'exercice

Exercice "Pronoms relatifs", créé par anonyme (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 868 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 52% (10.4 / 20) Partager

Dernier membre à avoir fait un sans faute : rejane / BELGIQUE, le samedi 02 juin à 23:51:
"relativement simple"
45.6% ont eu moins de la moyenne.
54.4% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test


Statistiques questions sur 51 candidats
Question 1 réussie à 62.7 %
De man * ik sprak, is een leraar.

Question 2 réussie à 49 %
De auto * het ongeval veroorzaakte, was rood.

Question 3 réussie à 33.3 %
De film * hij keek, was voor kinderen bestemd.

Question 4 réussie à 76.5 %
Het boek * hij verleden week gekocht had, is nu al uitverkocht.

Question 5 réussie à 33.3 %
De stad * hij naartoe rijdt, is de hoofdstad van Europa.

Question 6 réussie à 27.5 %
De vrouw * hij verliefd is, is al getrouwd.

Question 7 réussie à 41.2 %
De chauffeur * zat als een varken was, zit nu in de gevangenis.

Question 8 réussie à 51 %
Het dorp waar hij * komt, is mijn geboortedorp.

Question 9 réussie à 35.3 %
Het speelgoed * ze dol is, zal ze voor Sinterklaas krijgen.

Question 10 réussie à 51 %
De titel van het boek is : "De man * zijn haar kort liet knippen".


Retourner à l'exercice : Pronoms relatifs

Autres exercices pour apprendre le néerlandais