Retourner à l'exercice
Exercice "Pronoms relatifs", créé par anonyme (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 850 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 77% (15.4 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : olivier1 / BELGIQUE, le mardi 03 juillet à 15:01:
"❤️"
16.7% ont eu moins de la moyenne.
83.2% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 39 candidats
Question 1 réussie à 76.9 %
Ik ken het kind * een oranje trui draagt.
Question 2 réussie à 64.1 %
Hebben jullie de mensen gezien * in de file staan ?
Question 3 réussie à 56.4 %
Hij gaf Henk pilletjes * helemaal niet goed waren.
Question 4 réussie à 87.2 %
Het huis * we gehuurd hebben, was niet zoals beschreven in de advertentie !
Question 5 réussie à 51.3 %
De taart * moeder gisteren heeft gebakken, is heel lekker.
Question 6 réussie à 46.2 %
Ik lees een roman * over de oorlog handelt.
Question 7 réussie à 71.8 %
Jan heeft al het bier opgedronken * in de koelkast stond.
Question 8 réussie à 53.8 %
Is er iemand * me kan helpen ?
Question 9 réussie à 61.5 %
Alle medewerkers van de firma * afwezig waren, zijn ziek.
Question 10 réussie à 71.8 %
Ik woon in een klein dorp * heel rustig is.
Retourner à l'exercice : Pronoms relatifs
Autres exercices pour apprendre le néerlandais
