Apprendre le néerlandais > Cours & exercices de néerlandais > test de néerlandais n°102644 : Personnalité, qualités et défauts

	> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : \| Décrire [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Qui suis-je? - Formes (les) - Famille Janssens (1)- Présentation - Présenter (se)- situations diverses - Famille Janssens (2)- Les enfants - Description - Décrire une personne - Description physique
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Personnalité, qualités et défauts

De persoonlijkheid

de persoonlijkheid	la personnalité
de aard	la nature
de gewoonte	l'habitude
de psychologie	la psychologie
de persoonlijkheidstest de karaktertest	le test de personnalité
de opvoeding	l'éducation
het gedrag	le comportement
het humeur	l'humeur
het temperament	le tempérament
het karakter	le caractère
sanguïnisch	sanguinaire
flegmatisch	flegmatique
cholerisch	colérique
melancholisch	mélancolique

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Personnalité, qualités et défauts" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

VUL IN

Kapitein Haddock, de vriend van Kuifje, heeft een goed hart maar ook een slecht .
Het ligt niet in zijn om stil te blijven zitten.
Het is niet altijd gemakkelijk het van de dieren te observeren.
Peter is vandaag in een slecht , laat hem gerust.
Een schizofreen heeft een dubbele .

De eigenschappen - Les qualités

De gebreken - Les défauts

aardig - gemeen gentil - méchant
sympathiek - antipathiek sympathique - antipathique
vriendelijk - korzelig aimable - grognon
grappig - vervelend drôle, amusant - ennuyeux
betrouwbaar - onbetrouwbaar fiable - non fiable, douteux
oprecht, eerlijk - leugenachtig sincère - menteur
gezellig - asociaal sociable -asocial
optimist, optimistisch - pessimist, pessimistisch optimiste - pessimiste
vrijgevig - gierig généreux - avare
nederig - trots, arrogant humble - orgueilleux
bescheiden - onbescheiden discret - indiscret
moedig - laf courageux - lâche
groot (célèbre) grand
beleefd - lomp poli - grossier

Rendez à chaque phrase la qualité ou le défaut qu'elle démontre.
Sofia is een aardig meisje van 18 jaar : ze helpt altijd haar zusje.
Iedereen weet dat een Harpagon van zijn geld houdt.
De winst zal tussen hen verdeeld worden en iedereen zal evenveel krijgen.
De agenten worden morgen gefeliciteerd door de burgemeester; ze hebben vijf personen van de verdrinkingsdood gered.
Mijn buurman is een lompe kerel.
Chopin was een heel groot musicus.
Ik weet dat zijn informaties altijd juist zijn; je kan erop rekenen.
De mensen zeggen niet altijd de waarheid.
De zoon van Willem is véél te trots om vriendelijk te zijn.
Hij is zo kluchtig dat hij iedereen aan het lachen kan brengen.

Fin de l'exercice de néerlandais "Personnalité, qualités et défauts"
Un cours ou un exercice gratuit de néerlandais pour apprendre gratuitement le néerlandais
Tous les exercices | Plus de cours et d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Décrire