> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Relatives [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Propositions subordonnées relatives (1) - Propositions subordonnées conjonctives - Propositions subordonnées relatives (4) - Propositions subordonnées relatives (3) - Pronoms relatifs - Propositions subordonnées relatives (2) - Pronoms relatifs - Pronoms relatifs
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Pronoms relatifs

Ajoutez le pronom relatif qui convient.

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Pronoms relatifs" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. De bromfiets diedatwatJe ne sais pas ze koopt moet goed zijn.

2. watdiewieJe ne sais pas geen huisvesting heeft, heeft geen plek om te wonen.

3. De invloed diewiedatJe ne sais pas de Engelse taal heeft, is groot.

4. Het dialect watdatdieJe ne sais pas in Leuven wordt gesproken is gemakkelijk te verstaan.

5. Dat is mijn zoon over wiediewelkJe ne sais pas ik u sprak.

6. Ik weet wel watdiewieJe ne sais pas u wil zeggen.

7. Dit is een toestel zonder welkewelkdieJe ne sais pas we niet kunnen werken.

8. Het is een dier waarwaarvanvan wieJe ne sais pas het bont erg in trek is.

9. Al de vrienden welkediedatJe ne sais pas wij uitgenodigd hebben zullen komen.

10. welkwiedieJe ne sais pas het weet, mag antwoorden, zegt de leraar.