> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Dénombrables [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Pronom (im)personnel 'het' - Tout-traduction et emploi - Adjectif indéfini - Adjectifs et pronoms indéfinis - Tout-traduction et emploi - Indéfinis
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Pronoms indéfinis

Suivant le sens de la phrase, choisissez le pronom indéfini qui convient.

Intermédiaire Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Pronoms indéfinis" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Er was iemandniemandJe ne sais pas anders aan de bushalte dan ik. Ik stond alleen te wachten.

2. Hoe kon ik nooitooitJe ne sais pas zo naïef geweest zijn !

3. Hoe kwam het dat ik hem ooitnooitJe ne sais pas had gezien ?

4. Ze hoorde nietsietsJe ne sais pas op de trap. Misschien voetstappen ?

5. Er stond wel iemandniemandJe ne sais pas op de trap. Gelukkig was het haar broer.

6. Er moest toch nietsietsJe ne sais pas zijn dat ze voor hem kon doen.

7. We zullen het aan niemandiemandJe ne sais pas vertellen; het is ons geheim.

8. Stella wil ietsnietsJe ne sais pas tegen ons zeggen,

9. maar we willen er nietsietsJe ne sais pas van horen.

10. Ik wil haar nietsietsJe ne sais pas moois kopen voor haar moederdag.