HET UUR
Nos meilleures pages sur ce thème - Sélectionnées par notre équipe.
1
Heure-néerlandais [Test]het uur = l'heure. Comment dit-on ...? 1. quelle heure est-il? Il est ... Hoe laat is het? Het is ... 2. l'heure exacte. Het is acht uur. ...
2
Heure-néerlandais [Test]Pour indiquer l'heure exacte, on emploie le mot « uur ». Il est 5 heures - Het is vijf uur (rappel : uur ne prend pas la marque du pluriel). ...
3
Nom - diminutifs-néerlandais [Test]Tous les diminutifs sont des « het-woorden » et tous forment leur pluriel en - S . ... 7. het kind 8. het ei 9. het uur 10. de man 11. de stad 12. de zon ...
4
Nom - pluriel - (3. Mots invariables)-néerlandais [Test]3 uur. Een paar jaar. MAIS on dira : Ik heb daar tien lange jaren gewoond (jaar étant ... Het is 20 (uur). 9. Ik wacht al drie (kwartier) ...
5
Famille Janssens (4)-néerlandais [Test]Telefoniste : Ik kan het moeilijk zeggen, maar zeker niet vóór twaalf uur. Janssens : En vanmiddag ? Telefoniste : Hij heeft een afspraak om ...
6
Négation - cas particuliers-néerlandais [Test]Het is nog geen 10 uur. Jan werkt nog niet. 2. NOG (encore). Ik heb nog tijd. Hij is nog ziek. Ik heb geen tijd meer. Hij is niet meer ziek. ...
7
Temps (le)qui passe-néerlandais [Test]Ik eet : het is twaalf uur. de avond, de dag, de middag, de morgen, de nacht, gisteren, morgen, vandaag. 3. Het is 9 uur : ik ga naar bed. ...
8
Mon quotidien(correction) [Forum]Zoals elke avond eet ik om 8 uur.Ik ga meestal om een uur of elf naar bed. Elke vrijdag en zaterdag, leer ik het Engels om te verdienen ...