> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Décrire | Mots [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Qui suis-je? - Formes (les) - Famille Janssens (1)- Présentation - Présenter (se)- situations diverses - Famille Janssens (2)- Les enfants - Description - Personnalité, qualités et défauts - Description physique
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Décrire une personne

Complétez le texte.

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Décrire une personne" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Die dame draagt een mooie hoed. Ze ziet er erg chiceen brilgrijskwaadoudslanksnorsportiefstrengvriendelijk Je ne sais pas uit.

2. Die grootmoeder heeft chiceen brilgrijskwaadoudslanksnorsportiefstrengvriendelijk Je ne sais pas haar.

3. Dat is mijn grootvader; vind je hem chiceen brilgrijskwaadoudslanksnorsportiefstrengvriendelijk Je ne sais pas ?

4. Wat een mooie chiceen brilgrijskwaadoudslanksnorsportiefstrengvriendelijk Je ne sais pas , hé !

5. Die meneer moet zeker chiceen brilgrijskwaadoudslanksnorsportiefstrengvriendelijk Je ne sais pas zijn.

6. Een politieagent is zeker altijd erg chiceen brilgrijskwaadoudslanksnorsportiefstrengvriendelijk Je ne sais pas

7. Die leraar ziet er niet chiceen brilgrijskwaadoudslanksnorsportiefstrengvriendelijk Je ne sais pas uit.

8. Voor zijn werk draagt hij chiceen brilgrijskwaadoudslanksnorsportiefstrengvriendelijk Je ne sais pas, en jij ?

9. Wat is hij chiceen brilgrijskwaadoudslanksnorsportiefstrengvriendelijk Je ne sais pas !

10. Die is zeker chiceen brilgrijskwaadoudslanksnorsportiefstrengvriendelijk Je ne sais pas