> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Infinitif | Passé [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Imparfait - Passé composé - Temps primitifs - Temps primitifs - Double infinitif - Temps composés-auxiliaires - Infinitif-mode infinitif ((te) + verbe) - Plus-que-parfait
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Double infinitif

Reconstruisez les phrases en tenant compte de cette particularité grammaticale

qui transforme un participe passé en infinitif.

Revoyez éventuellement le test explicatif n° 24422 test.

Intermédiaire Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Double infinitif" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

Mode d'emploi : cliquez sur chaque terme pour reconstituer la phrase. Cliquez sur les boîtes pour recommencer.

1.

De

mensen

staan

lijdzaam

naar

het

bleven

ongeluk

kijken.

2.

Ik

uur

wachten.

heb

zitten

al

een

3.

patiënt

De

heeft

wachten.

niet

willen

4.

De

kinderen

zijn

gaan

kamperen.

5.

had

natuurlijk

kunnen

hij

vertellen.

reis

zijn

Na

veel

6.

leren

zijn

kennen.

vrienden

Hij

heeft

7.

de

wakker

maken.

Moeder

heeft

moeten

kinderen

8.

kunnen

heeft

antwoorden.

De

op

geen

vraag

enkele

jongen

9.

de

heeft

spreken.

Janssens

met

Meneer

willen

directeur

10.

Vader

is

kachel

gaan

zitten.

de

bij