> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Négation [Autres thèmes] | |
> Tests similaires : - Négation-emploi de niet - Négation-emploi de geen - Négation-cas particuliers - Négation : déjà (= al) - Négation : encore (= nog) - Traduire ne...que - Négation-geen ou niet? - Négation-geen ou niet? | |
> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction... |
Négations | ontkenningen - cours
De woordvolgorde van zinnen met een ontkenning
L'ordre des mots dans une phrase avec une négation.
En néerlandais, la négation se forme généralement avec un seul mot : niet (= ne...pas) ou geen (= ne... pas de).
Woordvolgorde in zinnen met geen & niet:
De plaats van geen in de zin (geen = ne .. pas de) | |
Geen wordt gebruikt voor een zelfstandige naamwoord met of zonder het onbepaald lidwoord een. Geen komt op de plaats van het woord een. Geen est placé devant les substantifs indéfinis avec l'article indéfini een ou sans article. Geen remplace l'article een. | |
Ik heb een emmer. Jij hebt een nieuwe emmer. Hij heeft geld. Hij doet kaas op zijn boterham. | → Ik heb geen emmer. → Ik heb geen nieuwe emmer. → Hij heeft geen geld. → Hij doet geen kaas op zijn boterham. |
De plaats van niet in de zin (niet = ne ... pas) | |
Niet staat aan het einde van de zin. - Niet est placé à la fin de la phrase. | Ik verf het huis deze zomer niet. - Je ne peins pas la maison cet été. |
Uitzonderingen (les exceptions) | |
1. de infinitief (het hele werkwoord) - l'infinitif | Ik mag dat niet vertellen. - Je ne peux pas te dire ça. |
2. het voltoiid deelwoord - le participe passé | Je hebt het niet gehoord. - Tu ne l'as pas entendu. |
3. bijvoeglijke naamwoorden | Hij is niet slim. |
4. voorzetsels (of voorzetsel aanvullingen) - les prépositions (ou compléments prépositionnels) | Hij kijkt niet in de koffer. Dat ene boek staat niet tussen de andere. |
5. bijwoorden - les adverbes | Zij is niet snel geholpen. Dat boek staat niet meer tussen de andere. |
6. In ondergeschikte bijzinnen staat niet voor het werkwoord. - Dans les subordonnées, niet est placé devant le verbe. • Note : Les subordonnées commencent souvent par : als, dat, wat, of, waar, omdat, doordat et die. | Als je geen zin hebt (= subordonnée), doe het dan niet (= principale). Als het niet regent, ga ik er op de fiets heen. Wat hij zegt, is niet bewezen. |
De plaats van niet bij samengestelde werkwoorden | |
In zinnen met samengestelde werkwoorden waarbij het werkwoord niet aaneengeschreven is, staat niet voor het 2de deel van dat werkwoord. Dans les phrases avec des verbes composés où le le verbe n'est pas concaténé, "niet" est placé avant la 2e partie de ce verbe. | |
Quelques exemples de verbes composés couramment utilisés : Meegaan, weergeven, schoonmaken, doodmaken, dichtdoen, opendoen, klaarkomen, afmaken, vormgeven, ... | |
Stukmaken - U maakt ze stuk? Aantonen- De tabel toont dat aan. - Nettoyez-vous les toilettes ? | → U maakt ze niet stuk? → Ik ga niet mee. → De tabel toont dat niet aan. → Maak je het toilet niet schoon? |
Ontkenning met 'Noch' (ni l'un ni l'autre) | |
Er bestaat nog een derde woord dat een ontkenning uitdrukt: 'noch'. Het wordt niet veel meer gebruikt en wordt in een zin hetzelfde toegepast als 'en'. Het gebruik van noch is nogal ouderwets en soms complex: het kan het beste worden vermeden. Il existe un troisième mot qui exprime une négation: «noch». Il n'est plus beaucoup utilisé et est utilisé d'une manière identique à «et». Utiliser «noch» est démodé et parfois complexe: il vaut mieux l'éviter. | |
Het een en het ander. | → (Noch) het één noch het ander. |
Jan en Piet zijn het huis uitgegaag. - Ni Jean ni Pierre ne sont sortis. | → (Noch) Jan noch Piet is/zijn het huis uitgegaan. (Singulier ou pluriel) → Ni Jan ni Piet n'ont quitté la maison. |
Jan en de meisjes hebben de afwas gedaan. - Jan et les filles ont fait la vaisselle. | → (Noch) Jan noch de meisjes hebben de afwas gedaan. (Toujours pluriel!) → Ni Jan ni les filles n'ont fait la vaisselle. |
Er wordt bier en wijn geschonken. - Ni bière ni vin ne sont servis. | → Er wordt bier noch wijn geschonken. (Toujours singulier!) → Ni bière ni vin ne sont servis. |
'Noch' vermijden (Eviter 'Noch') | |
Het gebruik van 'Noch' kan altijd worden vermeden door 'niet' of 'geen' te gebruiken samen met 'en' of 'beide(n)/alletwee/zowel'. L'utilisation de «Ni l'un ni l'autre» peut toujours être évitée en utilisant «pas» ou «aucun», souvent en combinaison avec 'les deux', 'tous les deux'. Tous les deux | |
Het een en het ander. Jan en de meisjes hebben de afwas gedaan. Jan en Piet zijn het huis uitgegaag. Er wordt bier en wijn geschonken. We gaan naar naar links en naar rechts. | → Niet het een, niet het ander. → Zowel Jan als de meisjes hebben de afwas niet gedaan. → Jan en Piet zijn (beiden/alletwee) het huis niet uitgegaan. → Er wordt geen bier en (geen) wijn geschonken. → We gaan niet naar links en niet naar rechts. |
En utilisant les informations ci-dessus, pouvez-vous mettre les phrases ci-dessous dans le bon ordre ?
Exercice de néerlandais "Négations | ontkenningen - cours" créé par anonyme avec le générateur de tests - créez votre propre test !
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais
Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.
Fin de l'exercice de néerlandais "Négations | ontkenningen - cours"
Un cours ou un exercice gratuit de néerlandais pour apprendre gratuitement le néerlandais
Tous les exercices | Plus de cours et d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Négation