> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Confusions [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Essayer - Exprimer ses goûts - Geleden, verleden ou vorig? - Assurer-s'assurer - Traduction de 'de' - Verbes 'Kennen' et 'Kunnen' en néerlandais - Paronymes - Zo-zoals-zo... als?
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Faire : maken ou doen ?

Maken

 Ze maakt een wandelingetje met haar hondje.

 Réaliser, créer, réparer, fabriquer, rédiger quelque chose qui auparavant n'y était pas.

Maken est plus créatif et actif, plus précis et concret que 'doen'.

Doen 

Ze doet de was.

 Etre actif, entreprendre quelque chose, être occupé sans être précis ou concret.

Parfois en combinaison avec un substantif :

Zijn zoon heeft hem veel verdriet gedaan.

ou

 avec un infinitif :

Mijn broer doet mij lachen met zijn grapjes.

Complétez avec l'un des verbes : maken-doen

N'oubliez pas de conjuguer le verbe au présent.

 Bon travail

Intermédiaire Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Faire : maken ou doen ?" créé par euno87 avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de euno87]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Volgend jaar mijn broer zijn droom waar : Een wereldreis !

2. Veel Belgen hun inkopen in Nederland omdat het daar goedkoper is.

3. Morgen ga ik een lange wandeling in de bergen .

4. Dat bedrijf graag zaken met China.

5. je morgen mee aan de zwemcompetitie?

6. De vuvuzela een vervelend geluid.

7. Maarten en Lies een zandkasteel op het strand.

8. De dood van zijn moeder heeft hem veel verdriet .

9. Mijn zus heeft voor mij een mooie pentekening .

10. Jens nooit suiker in zijn koffie.