> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | -ing [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Forme progressive
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Forme progressive

Intermédiaire Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Forme progressive" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. An kijkt naar de T.V. (zitten)

2. Vader wast zijn wagen. (zijn bezig)

3. Peter eet oliebollen op straat. (staan)

4. Moeder maakt het pakje los. (zijn bezig)

5. Jan en Piet vechten. (zijn)

6. De secretaresse schrijft een brief. (zitten)

7. De vertegenwoordiger praat met een klant. (staan)


8. De leraar hoort de leerlingen zingen. (blijven)

9. De kinderen lezen in hun bed. (liggen)

10. Ik probeer te slapen. (zijn bezig)