> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Passé [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Imparfait - Passé composé - Temps primitifs - Temps primitifs - Temps composés-auxiliaires - Plus-que-parfait - Temps primitifs-classement par groupes - Imparfait
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Imparfait

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Imparfait" créé par inda avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de inda]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Het geen mooi weer in de vakantie. (zijn)

2. Maar met een trui aan ik toch buiten met mijn vriendjes.(spelen)

3. Mijn vriendjes ook hun trui aan. (hebben)

4. Mijn moeder lekkere pannekoeken voor ons. (maken)

5. We er veel want we hadden honger. (eten)

6. 's Avonds we nog naar de televisie kijken.(mogen)

7. Onze ouders ons halen rond 8 uur. (komen)

8. We dat het een leuke dag was geweest . (vertellen)

9. De volgende dag ik naar mijn vriendjes om te zeggen dat het een fijne dag was. (bellen)

10. Iedereen dat hij ook tevreden was. (zeggen)