> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Dates [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Jours (les)de la semaine - Mois (les) - Temps (qui passe) - Date (la) - Temps (qui passe)- jours - Temps (qui passe) - Temps (qui passe)- mois - Phrases interrogatives
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Jours (les)de la semaine - cours

De dagen van de week.

maandag + dinsdag + woensdag + donderdag + vrijdag + zaterdag + zondag

= een week

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Jours (les)de la semaine - cours" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Het gezin bezoekt de dierentuin. dinsdagdonderdagmaandagvrijdagwoensdagzaterdagzondag Je ne sais pas

2. Marie danst. dinsdagdonderdagmaandagvrijdagwoensdagzaterdagzondag Je ne sais pas

3. Miriam leest. dinsdagdonderdagmaandagvrijdagwoensdagzaterdagzondag Je ne sais pas

4. Lilly schildert. dinsdagdonderdagmaandagvrijdagwoensdagzaterdagzondag Je ne sais pas

5. Bridg zwemt. dinsdagdonderdagmaandagvrijdagwoensdagzaterdagzondag Je ne sais pas

6. Tonia tennist. dinsdagdonderdagmaandagvrijdagwoensdagzaterdagzondag Je ne sais pas

7. Chantal zingt. dinsdagdonderdagmaandagvrijdagwoensdagzaterdagzondag Je ne sais pas