> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Question [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Phrases interrogatives - Phrases interrogatives - Propositions interrogatives indirectes - Mots interrogatifs - Phrases interrogatives - Phrases interrogatives - Phrases interrogatives - Mots interrogatifs
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Mots interrogatifs

Transformez les phrases en questions.

Les éléments entre parenthèses seront supprimés et remplacés par le(s) bon(s) mot(s) interrogatif(s).

Note : travaillez par copier/coller pour éviter les fautes de frappe.

Intermédiaire Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Mots interrogatifs" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Mijn broer heeft voor Kerstmis (drie) DVD's gekregen.




2. We hebben (twee maanden) in Brussel gewoond.



3. Peter is (met Maria) getrouwd.



4. De kinderen wandelen elke woensdag (naar het bos).



5. Peter is naar Brussel gegaan (om een nieuw boek te kopen).



6. (Moeder en Vader) zijn niet tevreden omdat Peter niet goed werkt op school.




7. De trein vertrekt (om 8 uur).



8. Mijn hond ligt (op het gras) in de tuin.



9. Het huis van Peter is (groot).



10. (Vandaag) vertrekt de hele familie naar de zee ?