Apprendre le néerlandais > Cours & exercices de néerlandais > test de néerlandais n°75354 : Mots liens et conjonctions

	> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : \| Conjonctions \| Subordonnées [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Propositions subordonnées relatives (1) - Propositions subordonnées conjonctives - Mots liens et conjonctions - Proposition infinitive - Subordonnée - Conjonction-Toen ou als? - Propositions subordonnées relatives (2) - Conjonctions de subordination
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Mots liens et conjonctions

Choisissez entre omdat, wegens et zodat.

Rappelons :

OMDAT	parce que
WEGENS	à cause de, en raison de
ZODAT	de telle sorte que, de telle manière que

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Mots liens et conjonctions" créé par anonyme avec le générateur de tests - créez votre propre test !
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Piet is vandaag niet op school hij ziek is.

2. Die onderneming heeft bijna geen geld meer de crisis.

3. Hij is geschikt voor die job die bij zijn opleiding aansluit.

4. Ik heb al mijn werk 's morgens afgemaakt ik vrije tijd heb in de namiddag.

5. Stefie studeert haar woordenschat elke dag ze voor het examen niet te veel hoeft te werken.

6. Ik moet de afspraak verschuiven dit tijdstip me niet past.

7. hun onvriendelijke ontvangst hebben ze veel klanten verloren.

8. Ik heb mijn baas niet begrepen hij me geen uitleg heeft gegeven.

9. Voor een sollicitatiegesprek moet je netjes gekleed zijn je een goede indruk maakt.

10. Die leerlinge is gek geworden ze teveel woordenschat moest studeren.

11. Die onderneming is failliet gegaan geldgebrek.

12. Die baas heeft een jobaanbieding gepubliceerd hij een nieuwe medewerker nodig heeft.

13. Stippel de reisweg uit je op de dag van het gesprek geen tijd verliest.

14. Ik kan in Nederland gaan wonen ik Nederlands gestudeerd heb.

15. Ze hebben veel geld ze een goed beroep hebben.

16. dringende nood aan medewerkers hebben ze nieuwe advertenties moeten publiceren.

17. Normaal ga ik elke dag naar het zwembad, maar mijn nieuwe baan is dat nu onmogelijk geworden.

18. Als je een afspraak moet maken, is het belangrijk dat je je agenda bij de hand hebt je, indien nodig, de datum kan verplaatsen.

19. Ik heb uiteindelijk niet voor die job gesolliciteerd het lage salaris die ze me aanbieden.

20. Je moet je facturen nauwkeurig lezen je er zeker van bent de juiste prijs te betalen.

Fin de l'exercice de néerlandais "Mots liens et conjonctions"
Un cours ou un exercice gratuit de néerlandais pour apprendre gratuitement le néerlandais
Tous les exercices | Plus de cours et d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Conjonctions | Subordonnées