> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Grands débutants | Voyages [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Mer (La) - Dialogue : A l'aéroport - Mer et plage - Famille Janssens (7)- Moyens de transport - Transports urbains-Lexique - Famille Janssens (9)- Location de vacances - Voyager en train-Vacances (13) - Famille Janssens (8)- Les vacances
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Moyens de transport

HET VERVOER

de trein	de autobus	de tram	de boot
de vrachtwagen	de auto	de taxi	de bestelwagen
het vliegtuig	de helikopter	de fiets	de ziekenwagen

Hoe reizen ze ?

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Moyens de transport" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Jan gaat naar Brussel met de ziekenwagenhet vliegtuigde autoJe ne sais pas


2. De kinderen, Peter en Gerda, gaan naar school met de autobusde helikopterhet vliegtuigJe ne sais pas.

3. Peter heeft een mooie helikopterfietsbootJe ne sais pas.

4. Om naar Marseille te gaan, neem ik de treinbootfietsJe ne sais pas.

5. Het vliegtuig gaat vlugger dan een autobushelikopterziekenwagenJe ne sais pas.

6. Om naar Amerika te gaan, is een fietsvliegtuigautobusJe ne sais pas nodig.

7. Pol gaat met de boottramautobusJe ne sais pas naar zijn werk.

8. Ben je al met een autobusfietsbootJe ne sais pas naar Londen geweest ?