> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Contractions | Formation [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Nom-diminutifs - Formation des mots (1) - Formation des mots (2) - Nom : diminutifs - Nom-diminutifs - Nom-diminutifs - Nom-diminutifs - Noms composés avec avond (soir)
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Nom - diminutifs

Donnez le diminutif du nom entre parenthèses.

Attention à le mettre au pluriel si nécessaire.

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Nom - diminutifs" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. De timmerman heeft een ontwerp gemaakt voor een (schuur) in de tuin.

2. Met Kertsmis krijgen we veel (cadeaus).

3. De kleren liggen op (stapels) in de kast.

4. Hans heeft zijn (kamer) opgeruimd.

5. Heb je zin in een (partij) dammen ?

6. Carlos peuterde aan het (touw) om het pakje open te maken.

7. Met de stofzuiger kun je de (pluizen) van het vloerkleed zuigen.

8. Vandaag ga ik met mijn (vriendinnen) zwemmen.

9. Karel heeft veel (vrienden).

10. De kinderen houden veel van (spellen).