> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Composés | Formation | Mots [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Nom-diminutifs - Formation des mots (1) - Formation des mots (2) - Nom : diminutifs - Nom-diminutifs - Nom- formation des noms composés - Nom-diminutifs - Nom-diminutifs
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Noms composés avec hand (main)

De nombreux mots néerlandais sont des mots composés qui s'écrivent en un mot.

N'oubliez pas que le genre d'un mot composé est toujours celui de son deuxième élément.

Le thème de ce test concerne le mot 'main', c'est-à-dire 'hand' en néerlandais; il n'est donc pas étonnant que tous les mots proposés commencent par 'hand'.

Faites votre choix dans le menu déroulant afin de rendre à chaque phrase le mot qui lui convient.

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Noms composés avec hand (main)" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Jan leeft van handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas.

2. Als je geen zitplaats in de trein vindt, moet je je aan het handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas houden.

3. In de badkamer hangen drie handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas want iedereen heeft de zijne.

4. Hij loopt altijd met zijn handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas in zijn zakken.

5. De presidenten van beide landen geven elkaar een handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas voordat ze van elkaar afscheid nemen.

6. De politie heeft de dief de handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas omgedaan.

7. Gelukkig dat er met dit apparaat een goede handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas bij was !

8. Mannen dragen geen handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas maar veel vrouwen hebben er dikwijls verschillende.

9. Op je identiteitskaart staat je handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas.

10. Als je naar het buitenland reist moet je je handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas niet vergeten.

11. In de winter zijn handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas nodig om je tegen de kou te beschermen.

12. Vergeet niet de handboeienhanddoekenhanddrukhandenhandenarbeidhandleidinghandremhandschoenenhandtassenhandtekeninghandvathandwoordenboek Je ne sais pas op te trekken als je de auto parkeert.