> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Composés | Formation | Mots [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Nom-diminutifs - Formation des mots (1) - Formation des mots (2) - Nom : diminutifs - Nom-diminutifs - Nom- formation des noms composés - Nom-diminutifs - Nom-diminutifs
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Noms composés avec reis (voyage)

De nombreux noms néerlandais sont des mots composés qui s'écrivent en un mot.

N'oubliez pas que le genre d'un nom composé est toujours celui de son deuxième élément.

Le thème de ce test concerne le mot 'reis', c'est-à-dire 'voyage' en néerlandais; il n'est donc pas étonnant que tous les mots proposés commencent par 'reis'.

Faites votre choix dans le menu déroulant afin de rendre à chaque phrase le mot qui lui convient.

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Noms composés avec reis (voyage)" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Om met vakantie te gaan heeft Mia een mooie reisapotheekreisbestemmingreisbureaureisgidsreiskaartjereistasreistijdreisverslagreisverzekeringreiswereld Je ne sais pas gekocht.

2. De leraar vraagt alle leerlingen een reisapotheekreisbestemmingreisbureaureisgidsreiskaartjereistasreistijdreisverslagreisverzekeringreiswereld Je ne sais pas te schrijven.

3. Moeder neemt altijd een reisapotheekreisbestemmingreisbureaureisgidsreiskaartjereistasreistijdreisverslagreisverzekeringreiswereld Je ne sais pas mee als we naar het buitenland reizen.

4. Als je met de trein reist moet je een reisapotheekreisbestemmingreisbureaureisgidsreiskaartjereistasreistijdreisverslagreisverzekeringreiswereld Je ne sais pas kopen.

5. Mijn vriendin is al jaren in de reisapotheekreisbestemmingreisbureaureisgidsreiskaartjereistasreistijdreisverslagreisverzekeringreiswereld Je ne sais pas werkzaam.

6. We hebben vele inlichtingen aan het reisapotheekreisbestemmingreisbureaureisgidsreiskaartjereistasreistijdreisverslagreisverzekeringreiswereld Je ne sais pas gevraagd.

7. Vader is voorzichtig : hij heeft een reisapotheekreisbestemmingreisbureaureisgidsreiskaartjereistasreistijdreisverslagreisverzekeringreiswereld Je ne sais pas genomen om naar het buitenland te reizen.

8. De bediende van het agentschap heeft ons een mooie reisapotheekreisbestemmingreisbureaureisgidsreiskaartjereistasreistijdreisverslagreisverzekeringreiswereld Je ne sais pas gegeven.

9. De bediende heeft ons gezegd dat de verwachte reisapotheekreisbestemmingreisbureaureisgidsreiskaartjereistasreistijdreisverslagreisverzekeringreiswereld Je ne sais pas met het vliegtuig vier uur is.

10. Dit jaar is onze reisapotheekreisbestemmingreisbureaureisgidsreiskaartjereistasreistijdreisverslagreisverzekeringreiswereld Je ne sais pas Amsterdam.