> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Participes [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Participe passé - Temps primitifs - Temps primitifs - Temps primitifs-classement par groupes - Participe passé et tâches ménagères - Participe présent - Participe passé - Actions au passé composé
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Participe passé

Donnez le participe passé du verbe indiqué.

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Participe passé" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Hij heeft me dat boek (aanraden).

2. Op de vergadering hebben wij (vergeten) over die kwestie te spreken.

3. We hebben een uur lang naar de uitzending (luisteren).

4. De stad heeft veel (lijden) onder de oorlog.

5. Hij heeft geld aan zijn ouders (vragen).

6. Hij heeft de jongens bezig (houden).

7. Hij heeft veel boeken (lezen).

8. Hij heeft alles (vertellen).

9. Hij heeft het aan papa (zeggen).

10. De jongen is niet zo ver (lopen).