> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Participes | Passé [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Participe passé - Imparfait - Passé composé - Temps primitifs - Temps primitifs - Temps composés-auxiliaires - Plus-que-parfait - Temps primitifs-classement par groupes
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Participe passé des verbes séparables et inséparables

Complétez - Vul in

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Participe passé des verbes séparables et inséparables" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Peter heeft zijn fout (erkennen).

2. Sonia heeft haar kamer nog niet (opruimen).

3. Op straat heeft moeder een oude vriendin (ontmoeten).

4. Maria heeft gisteren haar broer (opbellen).

5. Onze lerares heeft ons een mooi verhaal (vertellen).

6. De verkoopster heeft de bloemen (inpakken).

7. Moeder heeft de bedden nog niet (opmaken).

8. Vader heeft de afspraak met zijn dokter (afzeggen).

9. Onze docent heeft de laatste les (herhalen).

10. De klant is niet tevreden en hij heeft dus de factuur niet (afrekenen).