> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Particules [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Verbes à particules - Particule (la) : IN - Particule (la): MEE - Particule (la) : DOOR - Particule (la): AF - Particule (la): NA - Particule (la): UIT - Particule (la): OM
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Particule (la): AAN - cours

La particule AAN.

Les particules jouent un grand rôle dans la construction d'un verbe.

Les principales particules sont aan - af - bij - door - in - mee - na - om - onder - op - over - tegen - terug - uit - voor - weg.

Suivant leur signification propre, elles modifient le sens du verbe auquel elles sont ajoutées.

 Complétez

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Particule (la): AAN - cours" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Julia gaat naar de bioscoop maar ze weet nog niet welke jurk ze zal aanbiedenaankijkenaankomenaanlerenaanplakkenaanradenaanrijdenaansprekenaantonenaantrekken Je ne sais pas.

2. Die oefening is niet mœilijk maar ik zou u toch aanbiedenaankijkenaankomenaanlerenaanplakkenaanradenaanrijdenaansprekenaantonenaantrekken Je ne sais pas die goed voor te bereiden.

3. De kantoorchef zal zeker aanbiedenaankijkenaankomenaanlerenaanplakkenaanradenaanrijdenaansprekenaantonenaantrekken Je ne sais pas dat die rekeningen juist zijn.

4. De koning is zo'n belangrijk man dat veel mensen hem niet durven aanbiedenaankijkenaankomenaanlerenaanplakkenaanradenaanrijdenaansprekenaantonenaantrekken Je ne sais pas.

5. Het is haar verjaardag. Wat zal ik haar aanbiedenaankijkenaankomenaanlerenaanplakkenaanradenaanrijdenaansprekenaantonenaantrekken Je ne sais pas ?

6. Die leraar moet ons interessante dingen aanbiedenaankijkenaankomenaanlerenaanplakkenaanradenaanrijdenaansprekenaantonenaantrekken Je ne sais pas.

7. Als je zo vlug fietst, zal je zeker iemand aanbiedenaankijkenaankomenaanlerenaanplakkenaanradenaanrijdenaansprekenaantonenaantrekken Je ne sais pas.

8. Op het grote bord staat geschreven : Hier mag je niets aanbiedenaankijkenaankomenaanlerenaanplakkenaanradenaanrijdenaansprekenaantonenaantrekken Je ne sais pas.

9. Binnen 5 minuten zal de trein aanbiedenaankijkenaankomenaanlerenaanplakkenaanradenaanrijdenaansprekenaantonenaantrekken Je ne sais pas.

10. Hij was zo lelijk dat niemand hem durfde aanbiedenaankijkenaankomenaanlerenaanplakkenaanradenaanrijdenaansprekenaantonenaantrekken Je ne sais pas.