 |
> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Géographie | Pays [Autres thèmes] |
| > Tests similaires : - Noms des habitants et adjectifs des pays - Belgique-géographie - Agatha Christie-Hercule Poirot - Pays-Bas : Habitudes alimentaires - Belgique : Circulation routière - Allemagne : Mur de Berlin - Belgique-Bruges - Bandes dessinées | |
| > Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction... |
Pays-Bas : Histoire du pays (50)
NEDERLAND (50)
Lors de différents examens aux Pays-Bas, des questions portent sur l'histoire du pays.
Nous allons donc remonter le temps...
€O,50-€1-€2
| Het tweede Paarse kabinet (1998) | Le deuxième gouvernement violet (1998) |
| Paars wint de verkiezingen. Het regeringsbeleid van Paars II wordt aangevuld met maatregelen gericht op versterking van de economische structuur. De doelstelling is de markten voor goederen, diensten, kapitaal en arbeid beter te laten functioneren.Het soepeler werken van de markten stimuleert de ondernemers tot prijsverlagingen en tot innoveren. | La coalition violette gagne les élections. Le deuxième gouvernement violet prend des mesures visant à renforcer la structure économique afin d'améliorer le fonctionnement des marchés des biens, des services, des capitaux et du travail. L'assouplissement des marchés incite les entrepreneurs à baisser leurs prix et à innover. |
| Het eerste Paarse kabinet, onder leiding van Wim Kok, profiteerde van het gunstig economische klimaat. Bij de verkiezingen in 1998 was de inzet dan ook continuering van de coalitie. En dat lukte. PvdA en VVD kwamen als winnaars uit deze verkiezingen te voorschijn. D66 leed een zware nederlaag. Ook het CDA leed opnieuw verlies. Winst ging ook naar GroenLinks en naar de nieuwe Socialistische Partij (SP). Deze partij kwam voort uit de maoïstische beweging uit de jaren zestig en zeventig. | Le premier gouvernement violet, sous la direction de Wim Kok, avait profité du bon climat économique. Aux élections de 1998, il s'agissait donc de poursuivre la coalition, et l'on y parvint. Le PvdA et le VVD sortirent vainqueurs de ces élections, le D66 essuya une lourde défaite. Le CDA perdit aussi des sièges, Les Verts (GroenLinks) et le nouveau Parti socialiste (SP), issu du mouvement maoïste des années 60-70, en gagnèrent. |
| Het regeringsbeleid van Paars II werd aangevuld met maatregelen gericht op versterking van de economische structuur. De doelstelling was de markten voor goederen, diensten, kapitaal en arbeid beter te laten functioneren.Het soepeler werken van de markten stimuleert de ondernemers tot prijsverlagingen, vernieuwing en het maken van nieuwe en betere producten . Een grote stap in de verbetering van het functioneren van de economie was de 'Mededingingswet 'in 1998. Deze wet verbiedt de bedrijven de concurrentie niet meer te beperken door onderlinge afspraken of door misbruik te maken van een machtige marktpositie. Consumenten kunnen hierdoor profiteren van lagere prijzen als gevolg van meer concurrentie. Bovendien kregen kleine en nieuwe bedrijven meer kans zich te ontwikkelen. Ook via andere beleidsinstrumenten gaf de overheid ondernemers meer speelruimte. De administratieve lasten werden verminderd en de regelgeving die remmend werkt, werd herzien. Ook worden momenteel minder eisen gesteld aan startende ondernemers en mogen winkels, binnen zekere grenzen, ook 's avonds en 's zondags hun deuren openhouden.Door het vrijlaten van tarieven is in sommige sectoren zoals de makelaardij,de advocatuur en het wegvervoer meer ruimte geschapen voor concurrentie. Dat dit beleid vruchten oplevert voor de consument en de werkgelegenheid, blijkt op de markt voor telecommunicatie. Sinds deze markt in 1982 werd opengesteld voor nieuwe toetreders, zijn veel nieuwe telecommunicatieproducten op de markt gekomen, zijn prijzen sterk gedaald (10 tot 35 procent) en nam de werkgelegenheid in deze sector met 120 procent toe. Ten slotte stimuleert de overheid de ontwikkeling van innovaties, met name op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie. | La politique du deuxième gouvernement violet fut complétée par des mesures visant à renforcer la structure économique. L'objectif était d'améliorer le fonctionnement des marchés des biens, des services, des capitaux et du travail, afin de stimuler les entrepreneurs à baisser leurs prix, à innover, à fabriquer de meilleurs produits. La loi sur la concurrence, en 1998, marqua un grand pas dans l'amélioration du fonctionnement de l'économie. Cette loi interdit aux entreprises de limiter la concurrence en passant des accords ou en abusant d'une position de force sur le marché. Ainsi, les consommateurs peuvent profiter d'une baisse des prix et les petites et les nouvelles entreprises peuvent davantage se développer. Grâce à d'autres instruments politiques, les pouvoirs publics donnèrent aussi aux entrepreneurs une plus grande marge de manœuvre. Les charges administratives furent diminuées et certaines réglementations paralysantes furent révisées. A l'heure actuelle aussi, les exigences s'appliquant aux entrepreneurs débutants sont allégées et, dans certaines limites, les magasins peuvent aussi rester ouverts le soir et le dimanche. Les tarifs ont été libéralisés dans un grand nombre de secteurs, tels que les agences immobilières, les cabinets d'avocats et le transport routier. Le marché de la télé communication atteste que cette politique profite aux consommateurs et à l'emploi. En effet, depuis qu'en 1982 ce marché a été ouvert aux nouveaux entrepreneurs, beaucoup de nouveaux produits sont apparus, les prix ont fortement baissé (10 à 35 %) et l'emploi dans ce secteur a augmenté de 120 %. Enfin, les pouvoirs publics stimulent les innovations, notamment dans le domaine des technologies de l'information et de la communication. |
| In Europees verband werden, op het einde van de 20e eeuw ,belangrijke zaken tussen de lidstaten van de Europese Unie afgesproken. Met de start van het EMS (Europees Monetair Stelsel) in 1979 werd al een begin gemaakt met de monetaire samenwerking tussen de lidstaten. Met de EMU (Europese Monetaire Unie) verdwenen de wisselkoersrisico's binnen het euro-gebied. Als uitvloeisel van de EMU is sinds 1 januari 1999 de euro de officiële munt in elf Europese landen die aan bepaalde financiële en economische voorwaarden voldeden. Deze landen zijn: België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje. Op 1 januari 2001 werd de euro ook in Griekenland de officiële munt. Op 1 januari 2002 wordt de euro in deze landen wettig betaalmiddel en worden de nieuwe euromunten en -bankbiljetten in omloop gebracht. | Dans le contexte européen, d'importantes questions ont été réglées à la fin du XXe siècle entre les États membres de l'Union européenne. Le lancement du système monétaire européen en 1979 avait déjà ouvert la coopération monétaire entre les États membres. L'Union monétaire européenne a fait disparaître les risques liés au cours du change et a débouché le 1er janvier 1999 sur la création de l'euro, la monnaie officielle des onze pays européens satisfaisant à certaines conditions financières et économiques. Ces pays sont : l'Allemagne, l'Autriche, la Belgique, l'Espagne, la Finlande, la France, l'Irlande, Italie, le Luxembourg, les Pays-Bas et le Portugal. Le 1er janvier 2001, l'euro devint aussi la monnaie officielle de la Grèce. Le 1er janvier 2002, l'euro deviendra dans ces pays le moyen de paiement officiel et les nouvelles pièces et les nouveaux billets seront mis en circulation. |
Ecrivez l'infinitif
Avancé 
Tweeter PartagerExercice de néerlandais "Pays-Bas : Histoire du pays (50)" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais
Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.Fin de l'exercice de néerlandais "Pays-Bas : Histoire du pays (50)"
Un cours ou un exercice gratuit de néerlandais pour apprendre gratuitement le néerlandais
Tous les exercices | Plus de cours et d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Géographie | Pays
