> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Question [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Phrases interrogatives - Phrases interrogatives - Propositions interrogatives indirectes - Mots interrogatifs - Phrases interrogatives - Phrases interrogatives - Phrases interrogatives - Mots interrogatifs
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Posez la bonne question

Exemple :

Waarover moet ik een vraag stellen? (Over de vet gedrukte woorden)→ Wat moet ik als antwoord krijgen? (De vet gedrukte woorden)

Hoe zijn de woorden gedrukt? (Vet)Welke vraag moet ik stellen? (De vraag waarop de vet gedrukte antwoorden het juiste antwoord zijn)

Intermédiaire Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Posez la bonne question" créé par anonyme avec le générateur de tests - créez votre propre test !
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Bernadette heeft per ongeluk haar stukje brood in de kaasfondu laten vallen Wat heeft Bernadette laten vallen?Wie heeft Bernadette laten vallen?Wat heeft het ongeluk veroorzaakt?Hoe is Bernadette gevallen?Je ne sais pas

2. Cees heeft met zijn motor een ongeluk veroorzaakt en ligt nu in het ziekenhuis. Waar ligt Cees sinds het ongeluk?Wat heeft hij veroorzaakt met zijn motor?Wat heeft Cees' motor veroorzaakt?Hoe is het ongeluk gebeurd?Je ne sais pas

3. Jan is ongelukkig sinds zijn beste vriend er met zijn vriendin Patricia vandoor ging. Wie is Jan zijn beste vriend?Waarom is Patricia er vandoor?Sinds wanneer is Jan ongelukkig? Wat is Jan zijn beste vriend?Je ne sais pas

4. 'Een ongeluk schuilt in een klein hoekje', fluisterde Sigrid tegen Jan toen ze Merel op het ijs zag vallen. Hoe hoorde Jan dat Merel was gevallen?Wat kreeg Merel toegefluisterd?Wat fluisterde Sigrid?Over welk ongeluk fluisterde Sigrid?Je ne sais pas

5. Ik heb gelukkig nergens last van, maar de anderen zijn er behoorlijk ziek van geworden! Waar ben je gelukkig?Waar zijn de anderen?Waar heb je last?Waar heb je last van?Wat is met de anderen aan de hand?Je ne sais pas

6. Ik snap niet dat je het niet wilt vertellen: zoenen met een vreemde is toch niet iets om je voor te schamen? Waarvoor schaam je je?Wat snap je niet?Wat wil je niet?Wat is niet iets om je voor te schamen?Je ne sais pas

7. De batterij van mijn telefoon is stuk: hij laadt niet meer op! Wat doet hij niet meer?Hoe is hij stuk gegaan?Wat laadt niet meer op?Waarom doet hij het niet meer?Je ne sais pas

8. Dat boek over biodiversiteit mag je wel van me lenen. Wat mag ik van je lenen?Waar mag ik het boek over lenen?Welk boek mag ik van je lenen?Waarover gaat het boek dat ik van je mag lenen?Je ne sais pas

9. Ik zat net bij Cheriel achterop de fiets toen het ineens keihard begon te regenen! Wanneer is het begonnen te regenen?Waar begon het ineens keihard te regenen?Op wiens fiets zat je toen het keihard begon te regenen?Waar was je toen het keihard begon te regenen?Je ne sais pas

10. Na regen komt zonneschijn zei mijn oma altijd, maar dan krijgen we nu nog heel veel zonneschijn! Hoe veel zoneschijn komt er nog als mijn oma gelijk had?Hoe veel regen is er gevallen?Wat krijgen we nu nog?Hoeveel krijgen we nu nog?Je ne sais pas