> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Infinitif [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Double infinitif - Infinitif-mode infinitif ((te) + verbe) - Proposition infinitive - Vincent Van Gogh - Double infinitif - Infinitif-mode infinitif ((te)+ verbe) - Infinitif employé comme nom - Infinitif-mode infinitif ((te)+ verbe)
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Pour + infinitif - Pour + nom

Quelle phrase est correcte ?

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Pour + infinitif - Pour + nom" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. De kinderen hebben zin om naar de stad te gaan.De kinderen hebben zin voor de stad te gaanJe ne sais pas

2. De wagen van Peter stopt voor een lange rij fietsers.De wagen van Peter stopt om een lange rij fietsersJe ne sais pas

3. Grootmoeder bakt koekjes voor haar kleinkinderen.Grootmoeder bakt koekjes om haar kinderenJe ne sais pas

4. Ze gaat naar de telefoon om haar moeder op te bellen.Ze gaat naar de telefoon voor haar moeder op te te bellen.Je ne sais pas

5. Ze nodigen hun vrienden uit voor zondag te komen eten.Ze nodigen hun vrienden uit om zondag te komen eten.Je ne sais pas

6. An heeft iets moois voor haar man.An heeft iets moois om haar man.Je ne sais pas

7. Julia gaat naar de stad om kleren te kopen.Julia gaat naar stad voor kleren te kopen.Je ne sais pas

8. Hier is een briefje voor Peter.Hier is een briefje om Peter.Je ne sais pas

9. Peter komt thuis voor zijn vader iets te vragen.Peter komt thuis om iets te vragen aan zijn vader.Je ne sais pas

10. Die folder is niet om hem.Die folder is niet voor hem.Je ne sais pas