> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Présent [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Présent - Verbe être + pronoms personnels - Présent-avoir et être - Présent et radical des verbes - Présent-avoir - Présent - Forme progressive - Pays-Bas : Histoire du pays (41)
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Présent - règles orthographiques - révision

La conjugaison du présent est très facile... à condition de ne pas oublier d'appliquer les règles d'orthographe.

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Présent - règles orthographiques - révision" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Mijn vader (roken) niet meer.

2. Hij werkt in een firma die 80 arbeiders (tellen).

3. Vanmiddag (telefoneren) hij, want hij is weer zijn sleutels kwijt.

4. Hij (verliezen) altijd zijn sleutels !

5. Vader heeft een nieuwe collega die Peter (heten).

6. Peter (komen) uit Nederland.

7. Hij (schrijven) een artikel over de firma om die in België bekend te maken

8. Maar hij (kennen) ons land niet goed.

9. Hij (maken) dus een afspraak met het VVV-kantoor.

10. Peter (kiezen) zijn beste kleren voor dit gesprek.