> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Pronoms | Relatives [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Propositions subordonnées relatives (1) - Propositions subordonnées conjonctives - Propositions subordonnées relatives (4) - Propositions subordonnées relatives (3) - Pronoms relatifs - Propositions subordonnées relatives (2) - Pronoms relatifs - Pronoms relatifs
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Pronoms relatifs

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Pronoms relatifs" créé par anonyme avec le générateur de tests - créez votre propre test !
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. De man datdiemet wievandaanwaarwaarnaarwaarop Je ne sais pas ik sprak, is een leraar.

2. De auto datdiemet wievandaanwaarwaarnaarwaarop Je ne sais pas het ongeval veroorzaakte, was rood.

3. De film datdiemet wievandaanwaarwaarnaarwaarop Je ne sais pas hij keek, was voor kinderen bestemd.

4. Het boek datdiemet wievandaanwaarwaarnaarwaarop Je ne sais pas hij verleden week gekocht had, is nu al uitverkocht.

5. De stad datdiemet wievandaanwaarwaarnaarwaarop Je ne sais pas hij naartoe rijdt, is de hoofdstad van Europa.

6. De vrouw datdiemet wievandaanwaarwaarnaarwaarop Je ne sais pas hij verliefd is, is al getrouwd.

7. De chauffeur datdiemet wievandaanwaarwaarnaarwaarop Je ne sais pas zat als een varken was, zit nu in de gevangenis.

8. Het dorp waar hij datdiemet wievandaanwaarwaarnaarwaarop Je ne sais pas komt, is mijn geboortedorp.

9. Het speelgoed datdiemet wievandaanwaarwaarnaarwaarop Je ne sais pas ze dol is, zal ze voor Sinterklaas krijgen.

10. De titel van het boek is : "De man datdiemet wievandaanwaarwaarnaarwaarop Je ne sais pas zijn haar kort liet knippen".