> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Particules [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Verbes à particules - Particule (la) : IN - Particule (la): AAN - Particule (la): MEE - Particule (la) : DOOR - Particule (la): AF - Particule (la): NA - Particule (la): UIT
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Verbes à particule

Entre les deux phrases, choisissez celle qui est correcte.

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Verbes à particule" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Sommige dieren zoals koeien kauwen hun voedsel her.Sommige dieren zoals koeien herkauwen hun voedsel.Je ne sais pas

2. Mijn zus komt volgende week terug.Mijn zus terugkomt volgende week.Je ne sais pas

3. Hij biedt ons een beloning aan.Hij aanbiedt ons een beloning.Je ne sais pas

4. Het gebouw werd omgesingeld door politieagenten.Het gebouw werd omsingeld door politieagenten.Je ne sais pas

5. Iemand met een masker op is mœilijk te herkennen.Iemand met een masker op is mœilijk her te kennen.Je ne sais pas

6. In maart omslaat het weer vaakIn maart slaat het weer vaak om.Je ne sais pas

7. Ik heb me omgeschoold om een baan te kunnen vinden.Ik heb me omschoold om een baan te kunnen vinden.Je ne sais pas

8. Die meneer aankijkt ons onvriendelijk.Die meneer kijkt ons onvriendelijk aan.Je ne sais pas

9. Er uitbreekt cholera in Egypte.Er breekt cholera in Egypte uit.Je ne sais pas

10. Nora en Willy herzien alle testen.Nora en Willy zien alle testen her.Je ne sais pas