> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Particules [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Verbes à particules - Particule (la) : IN - Particule (la): AAN - Particule (la): MEE - Particule (la) : DOOR - Particule (la): AF - Particule (la): NA - Particule (la): UIT
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Verbes à particules séparables

Quelle particule faut-il ajouter ?

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Verbes à particules séparables" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Peter doet het licht aanafbijdoormeenaopteruguitvoor Je ne sais pas en nu zitten we in het donker.

2. Vader zet de motor aanafbijdoormeenaopteruguitvoor Je ne sais pas en de auto staat nu in de garage.

3. Anna staat van tafel aanafbijdoormeenaopteruguitvoor Je ne sais pas en gaat naar haar kamer.

4. De boekhouder telt het geld aanafbijdoormeenaopteruguitvoor Je ne sais pas.

5. Ik blader een tijdschrift aanafbijdoormeenaopteruguitvoor Je ne sais pas.

6. De directeur stelt het project schematisch aanafbijdoormeenaopteruguitvoor Je ne sais pas.

7. Ik kleed me vlug aanafbijdoormeenaopteruguitvoor Je ne sais pas; ik ben al te laat !

8. De secretaresse werkt haar adresboekje aanafbijdoormeenaopteruguitvoor Je ne sais pas.

9. De jongen gaat naar de bioscoop aanafbijdoormeenaopteruguitvoor Je ne sais pas.

10. Vader is moe : hij komt aanafbijdoormeenaopteruguitvoor Je ne sais pas van zijn werk.