> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Mouvement [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Mouvements - Verbes de position - Prépositions de position - Prépositions de position - Verbes de position-verbes d'action - Mouvements-pieds et mains - Verbes d'action - Jeu de vocabulaire-moyens de transport
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Verbes de position

Ajoutez le verbe de position qui convient;

ne pas oublier de le conjuguer (au présent, sauf indication contraire).

Intermédiaire Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Verbes de position" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Er een barst in dit kopje.

2. De winkels in het centrum van de stad.

3. Durf jij al op het ijs te gaan (infinitif) ?

4. De hond stil onder de tafel.

5. Op de tafel (imparfait) een formidabele taart.

6. De kinderen (imparfait) aan zijn lippen.

7. De bloei is de tijd dat er bloemen aan een boom, een struik of een plant .

8. De kleren moeten altijd aan de kapstok (infinitif), zegt moeder.

9. Er is extreem veel regen gevallen en nu de wegen onder water.

10. Er (imparfait) een flinke deuk in de auto na de botsing.