Apprendre le néerlandais > Cours & exercices de néerlandais > test de néerlandais n°23863 : Vêtements de dames - cours

	> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : \| Vêtements [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Vêtements (les) - Vêtements - S'habiller - Vêtements hommes - Famille Janssens (5)- Vêtements - Vêtements et accessoires - Vêtements (les)et les couleurs - Vêtements
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Vêtements de dames - cours

DAMESKLEDING

De kleur van je rok past niet bij die bloes.

Trek een trui aan : het is koud.

De meisjes op deze school dragen een uniform : een grijze rok met een witte bloes en zwarte schoenen.

Ga je met die mooie jurk dansen ?

Om te wandelen moet je gemakkelijke schoenen aantrekken.

Ze draagt zwarte laarzen.

Kan je die panty aanpassen ?

Een short is een korte broek.

Om op het strand te lopen trekken ze hun kousen en schoenen uit.

In de zomer, dragen de vrouwen dikwijls een zonnehoed.

Woordenschat - Vocabulaire

passen bij	aller - convenir avec
aantrekken - trok aan - aangetrokken	mettre (un vêtement)
dragen - droeg - gedragen	porter (un vêtement)
aanpassen	essayer
uittrekken - trok uit - uitgetrokken	enlever (un vêtement)
de rok (ken)	la jupe
de schoen (en)	le soulier
de jurk (en)	la robe
de bloes (bloezen)	la blouse, le chemisier
de trui (en)	le pull
de laars (laarzen)	la botte
de panty	le panty
de broek	la culotte
de kous (sen)	le bas (vêtement)
de hoed(en)	le chapeau
de zonnehoed	le chapeau de soleil
dikwijls	souvent
de kleur	la couleur
wandelen	se promener
het strand (en)	la plage
lopen - liep - gelopen	marcher - courir

Complétez (choisir la bonne réponse).

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Vêtements de dames - cours" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Cindy is uitgenodigd.

2. Ze gaat bij haar Sofie.

3. Ze wil nylonkousen dragen maar wil het niet.

4. Ze moet aantrekken.

5. Ze past een blauwe aan maar dat staat haar niet goed.

6. Ze kiest liever een rok

7. met een rode .

8. Schoenen of ?

9. Ze aarzelt maar is het koud.

10. Ze zal dus laarzen .

Fin de l'exercice de néerlandais "Vêtements de dames - cours"
Un cours ou un exercice gratuit de néerlandais pour apprendre gratuitement le néerlandais
Tous les exercices | Plus de cours et d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Vêtements